Spanje als besluit
Inmiddels ben ik drie weken in Barcelona en heb ik me nog geen tel verveeld. Dat is dan waarschijnlijk ook de reden zijn dat er geen frequente blogupdates gepost zijn. Sinds ik niet meer in Nederland woon en geëmigreerd ben (ik blijf het raar vinden om het zo te zeggen) en sinds ik voet heb gezet in Baskenland, heb ik m’n zinnen stiekem gezet om mijn toekomstig huisje, boompje en beestje in Noordwest Spanje neer te planten. Maar ik moet eerlijk bekennen dat het leven in de stad mij ook heel erg goed doet. Het lijkt alsof er gehoor kan worden gegeven aan al mijn hobby’s en interesses, wat ook niet heel gek is in zo’n wereldstad. Tot slot kan ik mij omringen met mensen, maar op mijn beurt me ook weer terugtrekken in mijn appartementje net buiten de binnenstad… Kortom, de perfecte formule waarin ik mijn autonomie behoud tezamen met het verkrijgen van een bult afwisselende shots dopamine.
Dus ontmoetingen met nieuwe mensen vervolgden zich, net zoals sportschoolbezoekjes en intensieve Spaanse lessen. Maar ook gingen mijn meditaties door, die de laatste tijd toch vaker tranen dan glimlachen teweegbrengen. Toen daarbovenop behoorlijk verdrietig nieuws uit Nederland mij bereikte vorig weekend, verwachtte ik dat mijn emmertje helemaal over zou lopen. Maar eerlijkheidshalve gebeurde dat niet. Wellicht kwam het door nieuw verkregen draagvlak waar ik nog aan mag wennen, misschien is het doordat ik vertrouwen voel in mij. Wat in elk geval heeft bijgedragen is dat mijn Baskische vriendje dat weekend naar Barcelona is gekomen. In eerdere blogs heb ik zijn naam wel eens laten vallen: Erubi is een man van begin dertig die mij inmiddels alweer drie tatoeages heeft gegeven (en heeft aangeboden mij de kneepjes van het vak te leren!). We hebben samen een enerverend weekend beleefd, met veel welkome afleidingen. We zijn naar mijn favoriete restaurant geweest (als Barcelona op de planning staat, ga hierheen: Salterio), we hebben toekomstige tatoeageontwerpen gemaakt, we hebben Shibari-workshops bijgewoond en onderwijl vloeide de kalimotxo rijkelijk. Mijn hoofd zat er niet helemaal dat weekend, maar Erubi heeft me fijne en verbindende afleiding geboden; precies wat ik kon gebruiken.
Nu lig ik op bed, want ik heb het zoveelste griepje te pakken. Ik ga zo een poging doen mijzelf te fatsoeneren, want Bob vliegt as-we-speak naar Barcelona om hier een week met mij door te brengen. Tussen hem en mij is er veel gebeurd te laatste weken, te veel om even in een digitale blogpost over uit te kunnen weiden en tegelijkertijd integriteit te bewaren. Onderaan de streep kan ik zeggen dat we elkaar missen en dat het voor ons beiden meer dan welkom en goed is om weer wat tijd samen door te brengen. Ik mis hem, en mij mist mij ook. Dus nu klap ik mijn laptop dicht en ga ik mijn wederhelft ophalen van het vliegveld. Met flessen vol tequila en flessen vol gin.
Bien à toi,
Marit
Alleen - maar niet eenzaam - in Barcelona
Toen ik een week geleden in het vliegtuig zat, heb ik mijn zorgen voor de dag van morgen aan de wolken gegeven. Zo schreef ik dat althans in mijn laatste blog. Op papier klinken dat soort woorden echter wat idealistisch, dan dat de realiteit vaak laat zien. Eerlijkheidshalve, manifestaties zijn er om aan vast te houden en ik kan niets anders zeggen dan dat het universum mijn kreet gehoord heeft.
In de laatste weken was ik ergens bang dat ik hier in Barcelona in een soort isolement zou vallen. Het hele jaar omring ik me al met mensen; met een transvrouw in een antikraakwoning, op een
boerderij met een Vlaams stel en andere WorkAway’ers, in een hostel met jongvolwassenen, in Nederland met vrienden en familie, op Bali met… Tja, Bali was gewoonweg héél vol; daar kon je gewoonweg
niet om mensen heen. Enfin. Dit zou de eerste keer zijn sinds de start van mijn reis dat ik een maand op mijzelf zal zijn. Hier heb ik namelijk geen verplichtingen, geen plannen en ook geen doel.
Voor een paar weken pas ik op het huis en op de kat van een vriendin, die zelf op vakantie is naar de Costa Brava. Dus de enige verplichting die ik heb? Elke dag de kat voeren, terwijl ik de zomer
doorbreng in een stad die me aan het hart ligt… Goede deal!
Maar dat enge isolement? Nee, dat is niet gebeurd. Ik ben hier nu precies een week en mijn agenda begint op een aangename manier vol te lopen. Ik heb een abonnement genomen op de sportschool om de hoek, waar ik vijf dagen in de week te vinden ben. Ik ben hard op weg de titel fitgirl te bemachtigen. Ook ga ik vanaf volgende week naar een taalschool, om zo een crashcourse in het Spaans te volgen met allemaal andere beginners.
In mijn eerste week hier heb ik tot slot drie compleet verschillende events bijgewoond, met als doel een kennissenkring op te bouwen: een Language Exchange met internationalen, een event speciaal
voor expats die op zoek zijn naar ‘hun pad’ en tot slot een avondbijeenkomst shibari (Japanse knoop-/bondagekunst). Al die events hebben geleid tot nieuwe ontmoetingen, ideeën en ergens ook tot een
hoop energie. Dus een brunch met een professor in filmografie met wie ik een creatief projectje opstart, een koffiedate met een Ecuadoraanse vrouw over de vreugde en spanning die emigreren
teweegbrengt, een ontbijtje met een vriendin die een nieuw bedrijfje gestart is en op zoek is naar gastsprekers voor haar podcast… Hoe het ook wendt of keert: het gaan interessante weken worden. Ik
mag denk ik op een briefje gaan schrijven dat wanneer ik ook maar de suggestie in mijn hoofd haal dat ik in een afzondering terecht ga komen, ik even kan reflecteren op de afgelopen 26 jaar. Want
dat zit niet in mijn aard en zal daarom ook niet gauw gebeuren…
Nu sta ik dus in mijn tijdelijke appartementje en kijk ik om me heen terwijl Lily de kat me wat kopjes geeft. In de hoek ligt mijn sporttas, op het bureau liggen aquarellen en schetsen, er ligt shibari-touw op het tapijt, mijn laptop staat opengeklapt met mindmaps ervoor. Ik neem een grote slok van mijn Fanta Limón, leg het glas op het aanrecht en luister aandachtig naar de lyrics van Morning Sun van Goldkimono. En die tekst sluit precies aan bij waar ik nu sta in mijn leven.
Bien à toi,
Marit
Niets is zo veranderlijk als het leven
In de laatste blik die ik vang van Bob, fluister ik zachtjes de woorden tout à toinaar hem, wetende dat hij ze in alle waarschijnlijkheid in mijn lippen kan lezen. Ik ben elke keer dankbaar dat hij me aan de start van elke nieuwe reis naar het vliegveld brengt. Ik draai me om en vertrek snel richting security, want ik ga mijn vlucht op het nippertje halen, of op het nippertje missen. Ik weet niet zo goed meer of ik nu in Nederland wil blijven, of dat ik hier heel hard weer weg wil. Ik weet één ding wel zeker. Dat doorgaan in plaats van stilstaan – in de breedste zin van dat werkwoord – het beste is voor mij. Dus dat doe ik.
Als een van de laatste stap ik het vliegtuig in: ik heb het net gered en inmiddels ben ik safe-and-sound onderweg naar Barcelona, waar ik een maand blijf. Mijn twee weken Nederland waren gehuld in een sluier van melancholie, met een interne staat van griploosheid. De weken ervoor nota bene ook al. Mijn spirituele bubbeltje voelt als een leeggelaten ballon, mijn daadkracht en motivatie als een akelig leeg, ongeschreven blad. En heel eerlijk? Ik ben daar best overstuur van. De laatste weken was ik – ben ik – weer zo keihard zoekende naar een koers, dat gewoonweg leven niet eens in me opkwam. Hoe moet ik de komende maanden eruit laten zien? Allerlei banen, allerlei paden aangeboden, welke doe ik goed aan om voor te gaan? Waar ben ik welkom – bij wie mag ik landen als het niet helemaal lukt bij mijzelf? Welke liefde accepteer ik op dit moment mijn leven, en welke liefde ga ik laten gaan?
Desondanks heb ik ook in het hier-en-nu zulke mooie momenten gehad, met zulke fijne mensen, wat Nederland ook een succes maakte: een vrijgezellenfeestje bijgewoond, met een dierbare vriendin aan het water gelegen, dubbelgelegen op een onverwachte (kring)verjaardag, een kickstart gegeven aan een theaterproductie, kringloopwinkels afgegaan voor ‘die ene jurk’ en tot slot mediteren met een van de liefdes van mijn leven tot tranen in overgave over mijn wangen bungelden.
Inmiddels is het 21:00 en kijk ik door het vliegtuigraampje naar buiten. Ik zie hoe de zon een lieflijke rossigheid uitstort over een zacht wolkendek. Door de ondergane zon verandert het
ogenschijnlijk zachte bedje voortdurend. Dan geel, dan oranje, dan rood en tot slot roze. Oh – hoe het donker en het licht met elkaar speelt en elke keer een nieuw palet tevoorschijn tovert. Kon ik
al mijn zorgen, mijn twijfels, mijn onzekerheid en mijn verdriet maar even uitstorten over deze grote wolkendeken, om er vervolgens even in te kunnen liggen en even niets te hoeven. Dan kan ik even
uitrusten slechts het werkwoord zijn uitdiepen in volledigheid.
Het liefst bestel ik nu een borrel voor mijzelf, om zo even te kunnen proosten op de afgelopen twee weken. Met een zucht, een kreun en tot slot een glimlach gaan we weer door. Om zo een figuurlijke puntkomma te zetten tussen Nederland en Barcelona. Keuzes maken? Een koers vinden? Dat ga ik even loslaten voor nu, die wens schenk ik aan de wolken. Niets is zo veranderlijk als het leven en in die uitspraak vind ik voor nu mijn berusting.
Bien à toi,
Marit
Weer kort Nederland: verdriet, veerkracht en vertrouwen
Dat er dan zoveel gebeurt, dat je eigenlijk niet weet waar je zou moeten beginnen. Menig lezer zal dan zeggen: ‘Schrijf gewoonweg waar je over wilt schrijven!’ En ofschoon dat meer dan waar is, zoek ik al weken naar een begin. Ik kan beginnen over hoe de laatste weken bij Leoni en Peter stressvol waren, over een bult verdriet en eenzaamheid die ik ervaar, over dat emigreren best eng is, over de enigszins onderschatte nasleep van mijn dengue-infectie, over een turbulent bliksembezoek van twee dagen naar Nederland of over mijn partner met wie het niet goed gaat. Ook kan ik beginnen over de positieve, mooie en krachtige kanten van de laatste weken; over reeds gemaakte vrienden, over meditaties op de berg, over voorzichtige verliefdheid, over een thuis te hebben gevonden op een stukje aarde, over het aangeboden hebben gekregen van banen, over nieuwe tatoeages met ieder bijzondere betekenissen, over de spelvloer opgaan en dus meedoen aan theaterproductie hier in Nederland. En op dit alles ga ik niet specifiek in, hoewel de laatstgenoemde wel de moeite waard is om even extra aandacht aan te schenken… Stay tuned.
Om mijzelf te kalmeren kriebel ik compulsief door de haren van mijn partner, terwijl hij in mijn schoot ligt te slapen in het krappe vliegtuig. Het is 7:15 ’s ochtends en we vliegen na een relaxte week vakantie van Bilbao naar Nederland. Ondanks dat ik de griep had, hebben Bob en ik een fantastische vakantie in Cantabrië, La Rioja en Baskenland gehad. De gedachte dat ik naar Nederland zou gaan voor twee weekjes schoof ik tot dit moment voor mij uit. Dus de verwachtte tranen stromen over mijn wangen terwijl ik over de Golf van Biskaje kijk. En waarom? Ik kan duizend redenen bedenken, maar het daadwerkelijke antwoord kan denk ik alleen maar in thema’s uitgedrukt worden. En doet er ook niet echt toe. Het heeft te maken met verdriet, veerkracht en vertrouwen. Ik heb nog niet voldoende bereidheid en gronding in mijzelf om Nederland en alles wat daarbij komt kijken te omarmen als óók een onderdeel van Nieuwe Marit. Dat komt wel, met vallen en opstaan. Stap voor stap.
Kort door de bocht: ik ben oververmoeid op fysiek gebied vanwege dengue waardoor ik elke dag minstens twaalf uur slaap pak en om de haverklap ontstekingen en virussen heb. Op mentaal gebied ben ik overvraagd, ben ik veel en vaak verdrietig, boos en wanhopig, en voelt het alsof ik niet helemaal in mijn wenselijke lijntje loop. Maar los van dit alles? Nog steeds dankbaar, liefdevol en integer. Dus de voorlopige conclusie… Mag ik alsjeblieft in een doosje gestopt worden voor de komende maanden zodat ik 1.) fysiek kan herstellen, 2.) mijn hoofd en gevoel om alle high’s en low’s kan krijgen en 3.) ik een gronding kan ervaren die mij een lichte koers geeft. En dat doosje ben ik nu aan het creëren: tot het nieuwe jaar heb ik amper verplichtingen, zal ik misschien wat meer voet in Nederland proberen te zetten en heb ik de ruimte en de tijd om te recupereren op mijn manier. En dan volgt een gronding en een koers echt wel weer…
En nu gaat mijn koers richting het station in Raalte. Ik stap op de elektrische fiets van m’n moeder. Ik zoef in mijn gele bloemenjurk door Raalte, haal de een na de ander in en geef de hele wereld een glimlach. Ik ben onderweg naar het station; ik ga zo naar Enschede waar ik met een toneelgezelschap afspreek. Martin, een van mijn trouwste lezers van dit blog, heeft mij een paar weken geleden gevraagd of ik mee wil doen aan een theaterproductie die in november zal plaatsvinden. Martin weet uiteraard als trouwe lezer ook dat ik eigenlijk amper in Nederland ben, maar we zijn na wat over-en-weer gemail erachter gekomen dat er best veel mogelijk is.
Ik ontmoette Martin een paar dagen voor kerst, toen ik een date had in Enschede. Mijn date en ik gingen naar de Stadsherberg, waar een gaarkeuken was waar je allerlei creatieve activiteiten kon doen. We werden onthaald door twee gastheren in driedelig pak met hoge hoed: Niek en Martin. Ik raakte met hen aan de praat; ik praatte over de reeds ontstane versie van mijzelf (Nieuwe Marit), over mijn aankomende reis en tot slot hadden we het over onze hobby’s. Martin vroeg of ik affiniteit had met zijn hobby, namelijk theater. En ja, dat heb ik wel. Ondanks dat ik geen bakken aan ervaring heb, stroomt drama (in de breedste zin van dat woord) door mijn aderen. ‘Ik denk dat wij elkaar nog wel eens gaan ontmoeten,’ eindigt Martin ons enerverende gesprek die plaatsvond een paar dagen voor kerst.
Na twee uur te hebben gepraat met mijn nieuwe theatergroep (waar ik de jongste ben met mijn 26 jaar, daarna is de jongste 65 lentes oud) zijn ontmoetingen gemaakt, rollen verdeeld en verwachtingen uitgesproken. Op zaterdag 9 november zal ik ’s middags in Enschede op de planken staan. Veel ga ik er niet over vertellen, dat wordt te zijner tijd wel gepromoot… Jullie zijn in elk geval van harte uitgenodigd om te komen kijken naar deze gratis voorstelling. Met tevreden gevoel druipt men af en vertrekt naar huis. Niek, Martin en ik blijven achter. We praten gezellig nog ruim twee uur over van alles. Over onze individuele levens en over de aspecten die synchroon lopen. Ik praat over stukken van mijn reis die niet in mijn blog beschreven staan, over wat ik eigenlijk aan het doen ben, waar ik heen zou willen bewegen en tot slot over het o-zo grote thema dat ik mijzelf zo veel voel. En dat was precies waar ik even behoefte aan had.
En plots voel op dat moment een stukje plezier met betrekking tot Nederland. En los van het feit dat ik in het stuk amateurtheater me nu al als een vis in het water voel. Ik voel dankbaarheid, in dat het me zo goed doet dat ik ook hier gewoonweg contact kan maken in wederkerigheid. Dat ik me gezien en gehoord kan voelen, maar dat ik de ander andersom óók kan zien en kon horen. Dan geef ik mijzelf een lieve schop onder m'n kont en denk ik: 'Ach, het hier-en-nu is dan ook gewoon goed.' En dat is nota bene het enige wat we hebben.
Bien à toi,
Marit
Van klankschaal naar tattoo
Afgelopen week ging ik naar Isaura, mijn semi-vaste gestallt-therapeut hier in Spanje. Haar praktijk zit in Vitoria-Gasteiz, wat vanaf de boerderij ruim twee uur reizen is. Maar ze is het meer dan
waard… De laatste keer heeft ze voor ruim een uur Tibetaanse klankschalen bespeeld die ze op mijn borst, buik en tussen mijn benen plaatste. Dat resulteerde in een huilbui van ruim een uur, wat
verrassend maar meer dan welkom was destijds. Ik kom binnen in haar therapieruimte en word onthaald met een grote, uitgebreide knuffel. Isaura is piepklein, zowel in lengte als in breedte. Ze
spreekt amper Engels en mijn Spaans laat ook echt te wensen over. Ik doe mijn schoenen uit, ga voor haar neus zitten en leg in gebrekkig Spaans uit dat ik het gevoel heb dat er een blokkade zit in
mijn verdriet. En hoe graag ik ook in detail wil uitleggen aan Isaura waarom ik me zo voel, kan ik dat niet door onze taalbarrière. Maar terwijl ik me gefrustreerd en tevergeefs probeer uit te
drukken, realiseer ik me dat de ‘hoe’s’ en ‘waarom’s’ eigenlijk niet zo boeiend zijn. Ik zucht en zeg: ‘Estoy triste.’ Ze geeft me een lieve glimlach, kijkt me empathisch aan en mompelt wat
bemoedigende woorden uit die ik niet versta.
Na de sessie hangen mijn schouders minstens vijf centimeters lager dan voorheen. Het enige wat ik voelde was veiligheid, speelsheid en rust. Als een soort perpetuum mobile bleven die gevoelens zich herhalen tot het einde van de sessie. Ik ben ontspannen, ik voel me gegrond en belangrijker dan dit alles voel ik me vrij. De kleine vrouw legt haar hand op mijn borst en zegt: ‘Este eres tu.’ Dit is wie jij bent.
Na mijn klankschalensessie loop ik over straat — nee, dat zeg ik niet goed. Als je zweven, dansen en stuiteren in één beweging kan combineren en je dat kunt visualiseren, dan zie je mij nu voor je
neus. Van het één ga ik meteen in het ander duiken: van klankschalen in hogere sferen naar kunstzinnig daten onder invloed van txakoli (droge witte mousserende wijn uit Baskenland —
zalig).
Twee uur later stap ik de bus uit in Tolosa, een middelgroot dorp ten zuiden van San Sebastián. Erubi verwelkomt me in een geweldige outfit waar mijn mond in enthousiasme van openvalt. Ik krijg een knuffel en een zoen, waarna hij me de plaats laat zien waar hij is opgegroeid. Plotseling neemt hij me bij de hand en slaan we een smal straatje in. ‘Oh no, not my parents…’ Ik vraag of z’n ouders in die straat wonen waarna hij zegt: ‘No, those are my actual parents over there.’ Zoals we allemaal wel eens herkennen heb je soms wel, en soms helemaal niet zin familieaangelegenheden. Vandaag was niet zo’n dag. Terwijl we zijn ouders ontwijken vertelt hij me over de stad Tolosa, over de typische Baskische sport genaamd polenta, over de kunst van Jorge Oteiza die hier overal te zien is en tot slot over hoe hij van ingenieur naar tatoeerder is gegaan. Hij is een soort introverte versie van mij, met een onwijs zachtaardige kant (wat niet zo overkomt wanneer je kijkt naar zijn uiterlijke vertoning!). Die avond spring ik in regenplassen met blote voeten vanwege blaren, kook in naar Erubi’s zeggen de lekkerste rozemarijn-citroenrisotto ooit, maken we psychedelische deuntjes met pedalboards en leren we elkaar ondertussen beetje bij beetje beter kennen. Tot slot vallen we goed aangeschoten op de bank in slaap.
De volgende dag lig ik op de stoel in Erubi’s studio. Hij heeft een tatoeage ontworpen naar aanleiding van het verhaal ‘Don’t hold your breath’. Zoals de meeste van mijn lezers weten zijn het
meerendeel van mijn tatoeages gewijd aan andere mensen (laat ik daar eens een blog aan wijden!), waardoor ik aan Erubi heb gevraagd of hij een stukje van zichzelf wil neerleggen in de tatoeage. Dus
het duikende meisje op de foto hieronder? Dat ben ik. Alle tatoeages, zijn mijn tatoeages. Op een paar na… Erubi heeft namelijk een paar van z’n eigen erin verstopt. Ik voel me geprivilegieerd dat
hij dat heeft gedaan.
Die avond ben ik in wederom hetzelfde appartementje als de dag ervoor. Erubi soldeert wat aan de keukentafel, ik dans onderwijl wat door de keuken. Ik heb net de lekkerste worteltaart ooit gebakken, in de meest gebrekkige keuken. Het doet me goed om me te omringen met ‘nieuw’ - in dit geval met mijn reeds gemaakte vriend Erubi - met nieuwe verhalen, nieuwe invloeden en nieuwe paden. Ik ben in een stad die ik niet ken, ik weet niet hoe morgen eruit gaat zien en het maakt me allemaal niet uit. Ik voel me gelukkig, ik voel me veilig en ik wens op dit moment nergens anders op aarde te zijn. En in die staat val ik in slaap.
Bien à toi,
Marit
Schuldgevoelens, rode wijn met cola en tatoeëerders
Een paar blogs geleden schreef ik over dat niets doen mij slecht bevalt. Zodanig slecht dat ik mijn reis naar Baskenland vervroegde zodat ik weer wat om handen zou hebben. Nu is ’t zo dat ik de
naweeën van mijn dengue-infectie wat onderschat heb, waardoor ik dood- en doodop ben. Ik slaap elke dag minstens tien uur, ik heb overal pijntjes en kwaaltjes, ik ben bekaf wanneer ik een klein
stukje de berg oploop. Zelfs koken – hetgeen wat mij doorgaans energie en ontspanning geeft – valt me meer dan zwaar. Inmiddels is mijn bloed nagekeken en ben ik niets meer onder de leden. De
dokter zegt dat het louter een kwestie is van herstellen (wat ruim zes maanden kan duren). Kortom: ik moet recupereren ben daar niet zo goed in. Ik voel me enigszins schuldig dat de taken die me in
het voorjaar tijdens deze WorkAway zo makkelijk afgingen, me nu driemaal zoveel energie kosten dan voorheen. En hoewel Leoni en Peter me geruststellen dat ik echt wel m’n steentje bijdraag, kan ik
’t niet volledig van me afzetten.
En daarom heb ik een dagje vrij genomen; even van de boerderij af. Ik draag een lange, zwarte jurk met col met een hoge split. Ik draag een netpanty, hoge hakken en tot slot leren accessoires. Mijn
make-up is on-point en mijn zwarte hoed maakt ‘t af. Een mix tussen Morticia en Wednesday Addams, ik voel me meer dan mooi. Nee, dat is niet het woord. Ik ben onwijs sexy en kan me niet herinneren
wanneer ik me voor het laatst middels mijn kleding zo geëmancipeerd en krachtig heb gevoeld. Ik stift m’n lippen rood, loop naar beneden en krijg meteen een opmerking van Leoni: ‘Kijk ons
boerderijmeisje eens!’ En ditmaal snap ik het. Ik ben echt een wandelende contradictie wanneer het aankomt op hoe ik mijzelf kan presenteren.
Inmiddels zit ik in de trein naar Donostia, wat beter bekend staat onder de westerse naam San Sebastián. Vanaf de boerderij in Berriz is het ongeveer twee uur met de trein, en dat terwijl het maar zo’n zestig kilometer verderop is. Het is een boemeltreintje dat door de bergen en langs de kust gaat, waardoor ik op dit moment mooie uitzichten zou moeten hebben over de weides, de bergen en de zee. Alleen regent het pijpenstelen en zie ik praktisch niets.
Ik stuur een whatsappje naar mijn afspraak met de vraag wat we in godsnaam kunnen doen in Donostia met dit weer. ‘I know what we can do’, krijg ik vervolgens terug. Ik heb afgesproken met Erubi, iemand die ik een paar weken terug leerde kennen. Het is onze tweede afspraak en we kunnen het goed met elkaar vinden. Het is een zachtaardige jongen, hij is een rasechte Bask en hij is fulltime tatoeëer. En dat laatstgenoemde is een gevaarlijke in mijn geval, want inmiddels heb ik 33 tatoeages die in een exponentieel tempo blijven toenemen. Zo had ik er vorig jaar negen laten zetten en staat de teller voor dit jaar al op drie… Nog een paar jaar en ik zit waarschijnlijk vol.
Goed, terug naar Donostia. Erubi komt uit een kunstenaarsgezin en weet daarom op allerlei plekken in de stad exposities te vinden. We slenteren van locatie naar locatie en blijven uiteindelijk
hangen in Tabakalera; een groot cultureel centrum en voormalige tabaksfabriek. We drinken één, twee, drie – volgens mij uiteindelijk wel vijf kalimotxo, een typisch Baskisch
drankje bestaande uit cola gemixt met rode wijn. En voordat jullie hier een mening over vormen: probeer het eens. Ik had namelijk ook een mening en die heb ik ingeslikt, tezamen met een grote slok
van dit godendrankje. Erubi legt me uit dat de ‘beste’ kalimotxo gemaakt wordt van huismerk cola in combinatie met van die rode wijn uit drinkpakken, wat eigenlijk gewoonweg sulfiet met
een smaakje is. En ben ik het met hem eens? Nee, maar het is een beetje zoals een lauwwarme kroket uit de muur trekken na het stappen: het is nu eenmaal erfgoed waardoor je het kan waarderen. Dus
daar zitten we dan, op het strand in San Sebastián met onze ‘brick wine’, goedkope cola en plastic bekers. Ik heb een zalige, zorgeloze en inmiddels zonnige dag. Ik ben met niets of niemand bezig
deze dag, behalve met mijzelf (oké, hooguit óók met deze Baskische punker naast me). Maar de focus ligt vandaag op mijn eigen behoeften, op mijn eigen wensen. En terwijl ik met m’n voeten in het
zand zit te wroeten voel ik een berusting in het feit dat ik echt met gemak contact maak met anderen. Ik weet en voel dat ik mijzelf kan dragen zo alleen op reis, maar eerlijkheidshalve is het toch
wel fijn om eventjes je geborgen voelen bij iemand anders.
Bien à toi,
Marit
PS: de verschrikkelijke kalimotxo maakt je snel dronken, waardoor ik - misschien op voorhand - de trein naar huis miste
PPS: omdat ik niet meer thuiskwam, is onze afspraak met een dag verlengd en heb ik de nacht gespendeerd in een prachtig authentiek appartementje in een pittoresk Baskisch dorpje
PPPS: volgende week krijg ik een nieuwe tatoeage
Hitsige Baboesjka vs. vrome Prince William
Leoni heeft me wat broeken en truien geleend, want het is hier koud. De laatste drie weken schommelde het weer tussen de 14 en 20 graden en regende het veel. Zelfs voor Baskenland begint de zomer
laat; het zou nu al lang en breed warmer en droger moeten zijn. Mijn Balinese outfits zijn daarom allesbehalve geschikt voor het leven hier. Los van het feit dat flesjes geven aan lammetjes niet
handig is in teenslippers (het lammetje Flanelle heeft soms wat coördinatieproblemen waardoor ze wel eens op mijn voeten staat), is het gewoonweg fris hier in het noorden van Spanje.
Op de boerderij bij Peter en Leoni zijn het hele jaar WorkAway’ers te vinden. Toen ik hier in januari en februari was, was er het Duitse koppel en was er de Française. Afhankelijk van hun talenten, vaardigheden en voorkeuren helpen ze net zoals ik dat doe mee op de boerderij. Naast dat ik er ben, zijn er de afgelopen weken twee andere WorkAway’ers geweest, die eergisteren zijn vertrokken: een Hongaars meisje van twintig en een Engelse jongen van vijfentwintig. Ze hebben elkaar leren kennen op een WorkAway-locatie in Engeland en sinds een halfjaar zijn ze een stelletje. En het contrast tussen die tweeën? Oh, jongens, you’re in for a story!
Ethan is een jongen van 25 jaar uit Engeland. Hij praat Engels met een zwaar bekakt Brits accent, een beetje zoals de leden van het Britse koningshuis ook praten. Daarnaast heeft hij wat weg van prins Harry, maar met de stijfheid van prins William. Hij is enigszins introvert en heeft een bijzonder gevoel voor humor. Niet lang geleden heeft hij zich bekeerd tot de orthodoxe kant van het christendom, wat hier aan tafel nog wel eens leidt tot interessante discussies, vragen en opmerkingen. Elke zondag gaat hij naar de kerk, zelfs wanneer hij aan het WorkAway’en is. En zoals de meesten weten kan ik zo nu en dan best provocerend en shockerend uit de hoek komen. We hadden met gemak een soap kunnen maken van de weken samen. Hij is afgestudeerd in ingenieurswetenschappen, is geïnteresseerd in een praktische carrière als houtbewerker/timmerman en is nu al anderhalf jaar aan het WorkAway’en.
Op een van die WorkAway-locaties is hij Nora tegen het lijf gelopen. Zij is een twintigjarige meid uit Hongarije. Ze heeft een tussenjaar genomen na het behalen van haar middelbareschooldiploma en is daarom door Europa aan het WorkAway’en. Ze gaat na dit jaar naar de universiteit in Budapest om kunstgeschiedenis te studeren. Ze is net als Ethan rustig, maar wanneer ze haar mond opentrekt komt er altijd wel iets gevats uit. Ze is vriendelijk, goedlachs en onwijs creatief. Tot slot is ze jong en wil ze dingen doen die jonge mensen allemaal willen doen. Om het in nette woorden te brengen: Nora is een bloem in de knop, en die knop staat op uitbarsten. Dus zet een hitsige baboesjka naast een vrome Prince William. Interessant koppel, want hij wil geen seks voor het huwelijk en zij duidelijk wel. Of nou ja, ze wil het eigenlijk meer, want het is duidelijk dat onze Nora weet hoe de bloemetjes en bijtjes werken.
Ethan vindt het ingewikkeld dat Nora wil gaat studeren, want hij vindt het een overbodig goed. Het liefste ziet hij zijn mogelijke aanstaande als de moeder van zijn kinderen en ook niets meer dan
dat. Hij verhuist daarom naar Hongarije om bij Nora te zijn. En Leoni, Peter en ik? Wij vinden daar wat van. De afgelopen weken hebben wij met z’n drieën uiterst diplomatiek geprobeerd Nora te
inspireren om te kiezen voor zichzelf. En daarmee niet voor Ethan.
‘Oh! Je hebt Palinka? En hij is ook nog eens zelfgestookt?’ De ogen van Nora staan wagenwijd open wanneer Leoni begint over een typisch Hongaarse alcoholische versnapering. Leoni rommelt wat in de bijkeuken en haalt opeens een fles met een doorzichtige vloeistof tevoorschijn. ‘En het zit zelfs in een plastic fles? Those are the best…’ Nora is super enthousiast door deze reminder aan thuis en het is heel leuk om te zien. Iedereen aan tafel neemt een shot, ofschoon Ethan er heel voorzichtig aan nipt alsof Queen Elizabeth II meekijkt. Wanneer Leoni vraagt of we allemaal nog een glaasje willen, zie je in Nora’s ogen dat ze niets anders wil dan dat. De invloed van haar wederhelft zorgt er echter voor dat ze hem afslaat. Jammer, want ik zou geld betalen om haar dronken te mogen zien.
Ethan is een professional wanneer het aankomt op het bouwen en aanleggen van omheiningen. Althans, zo verkocht hij het aan Leoni en Peter. Ik als derde partij die niets te maken heeft gehad met het hele omheining-project, heb met genoegen gekeken naar de dynamiek die ontstond tussen Ethan en Peter nadat de laatstgenoemde erachter kwam dat dit niet zo was. Ik heb gelachen, lieve lezers, ik heb zo onwijs gelachen. Ook had ik het met beide partijen te doen, want ze spraken misschien dezelfde taal; dezelfde woorden spraken ze niet.
Ik ben dankbaar voor mijn tijd met Ethan en Nora, want we hebben enorme schik gehad met z’n drieën en met z’n vijven. Zo heeft Ethan de lekkerste English Breakfastooit gemaakt, heeft hij
de omheining toch afgerond met goedkeuring van Peter (en dat is best wel eens moeilijk te verkrijgen!), heeft Nora de moestuin onderhouden als een echte professional en heeft ze mij een prachtige
aquarel cadeau gedaan.
Bien à toi,
Marit