Van klankschaal naar tattoo
Afgelopen week ging ik naar Isaura, mijn semi-vaste gestallt-therapeut hier in Spanje. Haar praktijk zit in Vitoria-Gasteiz, wat vanaf de boerderij ruim twee uur reizen is. Maar ze is het meer dan
waard… De laatste keer heeft ze voor ruim een uur Tibetaanse klankschalen bespeeld die ze op mijn borst, buik en tussen mijn benen plaatste. Dat resulteerde in een huilbui van ruim een uur, wat
verrassend maar meer dan welkom was destijds. Ik kom binnen in haar therapieruimte en word onthaald met een grote, uitgebreide knuffel. Isaura is piepklein, zowel in lengte als in breedte. Ze
spreekt amper Engels en mijn Spaans laat ook echt te wensen over. Ik doe mijn schoenen uit, ga voor haar neus zitten en leg in gebrekkig Spaans uit dat ik het gevoel heb dat er een blokkade zit in
mijn verdriet. En hoe graag ik ook in detail wil uitleggen aan Isaura waarom ik me zo voel, kan ik dat niet door onze taalbarrière. Maar terwijl ik me gefrustreerd en tevergeefs probeer uit te
drukken, realiseer ik me dat de ‘hoe’s’ en ‘waarom’s’ eigenlijk niet zo boeiend zijn. Ik zucht en zeg: ‘Estoy triste.’ Ze geeft me een lieve glimlach, kijkt me empathisch aan en mompelt wat
bemoedigende woorden uit die ik niet versta.
Na de sessie hangen mijn schouders minstens vijf centimeters lager dan voorheen. Het enige wat ik voelde was veiligheid, speelsheid en rust. Als een soort perpetuum mobile bleven die gevoelens zich herhalen tot het einde van de sessie. Ik ben ontspannen, ik voel me gegrond en belangrijker dan dit alles voel ik me vrij. De kleine vrouw legt haar hand op mijn borst en zegt: ‘Este eres tu.’ Dit is wie jij bent.
Na mijn klankschalensessie loop ik over straat — nee, dat zeg ik niet goed. Als je zweven, dansen en stuiteren in één beweging kan combineren en je dat kunt visualiseren, dan zie je mij nu voor je
neus. Van het één ga ik meteen in het ander duiken: van klankschalen in hogere sferen naar kunstzinnig daten onder invloed van txakoli (droge witte mousserende wijn uit Baskenland —
zalig).
Twee uur later stap ik de bus uit in Tolosa, een middelgroot dorp ten zuiden van San Sebastián. Erubi verwelkomt me in een geweldige outfit waar mijn mond in enthousiasme van openvalt. Ik krijg een knuffel en een zoen, waarna hij me de plaats laat zien waar hij is opgegroeid. Plotseling neemt hij me bij de hand en slaan we een smal straatje in. ‘Oh no, not my parents…’ Ik vraag of z’n ouders in die straat wonen waarna hij zegt: ‘No, those are my actual parents over there.’ Zoals we allemaal wel eens herkennen heb je soms wel, en soms helemaal niet zin familieaangelegenheden. Vandaag was niet zo’n dag. Terwijl we zijn ouders ontwijken vertelt hij me over de stad Tolosa, over de typische Baskische sport genaamd polenta, over de kunst van Jorge Oteiza die hier overal te zien is en tot slot over hoe hij van ingenieur naar tatoeerder is gegaan. Hij is een soort introverte versie van mij, met een onwijs zachtaardige kant (wat niet zo overkomt wanneer je kijkt naar zijn uiterlijke vertoning!). Die avond spring ik in regenplassen met blote voeten vanwege blaren, kook in naar Erubi’s zeggen de lekkerste rozemarijn-citroenrisotto ooit, maken we psychedelische deuntjes met pedalboards en leren we elkaar ondertussen beetje bij beetje beter kennen. Tot slot vallen we goed aangeschoten op de bank in slaap.
De volgende dag lig ik op de stoel in Erubi’s studio. Hij heeft een tatoeage ontworpen naar aanleiding van het verhaal ‘Don’t hold your breath’. Zoals de meeste van mijn lezers weten zijn het
meerendeel van mijn tatoeages gewijd aan andere mensen (laat ik daar eens een blog aan wijden!), waardoor ik aan Erubi heb gevraagd of hij een stukje van zichzelf wil neerleggen in de tatoeage. Dus
het duikende meisje op de foto hieronder? Dat ben ik. Alle tatoeages, zijn mijn tatoeages. Op een paar na… Erubi heeft namelijk een paar van z’n eigen erin verstopt. Ik voel me geprivilegieerd dat
hij dat heeft gedaan.
Die avond ben ik in wederom hetzelfde appartementje als de dag ervoor. Erubi soldeert wat aan de keukentafel, ik dans onderwijl wat door de keuken. Ik heb net de lekkerste worteltaart ooit gebakken, in de meest gebrekkige keuken. Het doet me goed om me te omringen met ‘nieuw’ - in dit geval met mijn reeds gemaakte vriend Erubi - met nieuwe verhalen, nieuwe invloeden en nieuwe paden. Ik ben in een stad die ik niet ken, ik weet niet hoe morgen eruit gaat zien en het maakt me allemaal niet uit. Ik voel me gelukkig, ik voel me veilig en ik wens op dit moment nergens anders op aarde te zijn. En in die staat val ik in slaap.
Bien à toi,
Marit
Reacties
Reacties
Thanks voor je onwijs leuke bezoekje 🤩❤️
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}