Marit is oké - Verhalen van Marit die plotseling wilde Leven

Hoe noem je een Spanjaard zonder auto? Niet Carlos.

4 januari

Na een ontbijtje bestaande uit koffie met een stroopwafel zeg ik tegen Neis dat ik wel een start wil maken met de moestuin. Naast het huis staat een grote kwekerij. Terwijl Neis zoekt naar een mannetje die ons kan helpen, beveelt ze mij om alle stekjes te pakken die ik nodig heb. Ik vraag haar wat ze wil, hoe ze het eruit wil laten zien en wat het budget is, maar het enige wat ik van haar krijg is een ‘you decide!’. Ik vraag haar het verschil tussen alle verschillende soorten stekjes die ik zie. Ze haalt haar schouders op en verdwijnt om dat mannetje te vinden. Op goed geluk pak ik sla, spinazie, allerlei soorten bonen, prei en ui. Voordat de ochtend om is, heb ik een lap grond van 10 bij 30 meter beplant. ‘I didn’t know you were such an expert, Marit!’, zegt Neis als ik klaar ben. Ik wist dat ook niet (en geloof me, dat ben ik ook niet), maar het is altijd leuk om te horen dat iemand je werk waardeert. Ik sla een arm om Neis heen en zeg dat we nu het belangrijkste onderdeel van het proces moeten starten. Ze kijkt me serieus en vol verwachting aan. Ik kus mijn hand en zwaai wat liefde het veld over. Neis kijkt me aan met een sceptische blik die niets anders zegt dan ¿qué?: ‘if you say so, Marit, is you say so.’ Kennelijk kun je makkelijk 150 stekjes planten in een dag: de langverwachte moestuin is aangelegd.


5 januari

De volgende dag start ik alleen op. Neis heeft een afspraak in een stad verderop en moest vroeg de bus halen. Zoals ik al eerder vermeldde laten Neis’ vaardigheden op het gebied van de Engelse taal soms te wensen over, dus ik moest zelf een beetje puzzelen wat ze precies in petto had voor mij deze dag. Ze vertelde me gisteravond dat Carlos (de buurman) me op zou halen om 13:00. Hij zou me naar Casalarreina rijden, waar Neis op mij zou wachten. We zouden namelijk gaan lunchen bij een vriend, die mij een slaapzak zou lenen voor als we de Camino gaan lopen.



Om 13:20 hoor ik een luide claxon, gevolgd door een schreeuw die mijn naam zou moeten voorstellen. Ik stap in de auto van een man van een jaar of zestig die ik zou omschrijven als de mannelijke en Spaanse versie van Ma Flodder. ‘No hablo español?’ ‘No, lo siento.’ Carlos schijnt een volkszanger in hart en nieren te zijn, want de volgende twintig minuten mag ik luisteren naar zijn zangtalent. We rijden een paar keer door het rode licht en tot twee keer toe stopt Carlos zijn auto op de meest willekeurige plekken om een paar minuten spoorloos te verdwijnen. ‘Wat een pech, Carlos weg’, denk ik elke keer als hij weer op een side-quest gaat. Uiteindelijk vinden we Neis, dus ik stap uit en zeg vaarwel tegen Padre Floddér.


Wat een pech, Carlos weg!


Wat Neis mij niet verteld had, was dat de vriend bij wie we de slaapzak gingen halen een prestigieus restaurant heeft. La Vieja Bodega is het meest bekende restaurant in de provincie La Rioja, met een Spaans equivalent van de Michelinster. Gedurende drie uur krijg ik zo’n negen gangen voorgeschoteld: sardientjes ingelegd in mangocompote, tonijntartaar in avocado, biefstuk in bietenjus, frambozensorbet met vanilleroom, tarte tartin van peertjes… Elke gang wordt gevolgd met weer een nieuwe vino. Ik probeer nog uit te leggen dat ik geen alcohol drink sinds 2024, maar daar wordt geen gehoor aan gegeven. Neis praat wat met de eigenaar, waarna ik plotseling een voorstel krijg om te komen werken voor het restaurant: ‘You could start in March or April, you can manage the dessert side, yes?’ Zonder op een antwoord van mij te wachten, word ik rondgeleid door de keuken. In twee minuten tijd wordt me de gehele keuken uitgelegd en krijg ik de moestuin te zien waar ze hun eigen producten groeien. Ik krijg twee zoenen van de eigenaar, hij verdwijnt en Neis en ik plotseling buiten staan.



Thuis aangekomen in Herramélluri besluit Neis meteen naar bed te gaan: ze is moe van de lange dag. Dit geeft mij de ruimte om mijn gevoel van de afgelopen 48 uur eens in haar volledigheid toe te laten.



Ik voel me namelijk verdrietig, leeg en verward. Ergens had ik de hoop dat met het fysiek verlaten van huis en haard op 2 januari, ik me weer ‘licht’ en ‘vrij’ zou voelen zodra ik voet in een nieuwe omgeving zou zetten. Ik heb me denk ik wat verscholen achter een datum: ‘Zodra mijn reis begint, kan ik de ‘ruis’ op mijn lijntje achter me laten.’ De weken voor mijn vertrek waren wat zwaar: ik merkte dat Oude Marit zo nu en dan weer de hoek om begon te duiken en dat ik weer in wat oude patronen verviel. Ik bewaakte mijn grenzen niet goed, ik ging mee in de verhalen en overtuigingen in mijn hoofd en ik ging erkenning extern zoeken in plaats van intern. Niets onoverkomelijk - het is al zo’n behaalde winst dat ik me er bewust van was - maar desalniettemin zat ik niet meer in de gegronde, relaxte, verlichte bubbel die ik ervaarde in oktober en november.



En nu zit ik in Noord-Spanje en voelt het alsof alle controle uit mijn vingers glipt. Ik heb mijn huis achtergelaten, ik heb geen toekomstplannen, ik ben zonder mijn achterban, ik rouw om een relatie die ik niet meer goed begrijp, ik denk en denk en denk en ben drastisch op zoek naar controle. Mijn ‘mind’ gaat maar wat weet aan de haal. Maar is dat erg? Nee, allesbehalve. Ik ben er dankbaar om, gek genoeg. Dus nee, ik voel me op dit moment niet ‘gelukkig’. Maar ik voel me wel onbevangen — onbevangen in mijn verdriet en onbevangen in mijn vreugde. Ik blijf me nieuwsgierig opstellen naar alles wat er maar te voelen valt op dit moment. Ik blijf nieuwsgierig naar de fijne gevoelens, maar ook naar de moeilijke gevoelens. Uiteindelijk zijn het de twee kanten van dezelfde medaille. Want het is ook niet niets, het is eigenlijk alleen maar logisch dat ik me nu zo aan het begin van de rest van mijn leven wat verloren voel.



Laten we hopen dat ik mezelf er nooit van ga overtuigen dat ik niet verdrietig mag zijn, of dat ik geen pijn mag voelen. Want dan ontzeg ik mijzelf ook de andere kant van dezelfde munt: plezier, dankbaarheid en blijheid. Ik wil het allemaal voelen – ik wil het niet verbergen of verdoven. Dus nee, ik ben vandaag niet ‘gelukkig’. Wel ben ik onbevangen en open voor alle gevoelens, en ik zou het niet anders willen zien.


Bien à toi,
(een hoopje) Marit

Reacties

Reacties

Nutan

You are gelukkig.
You are alive and your heart is beating you!
REJOICE. Xx

Monique

Love you ❤️ het komt wel goed en zo niet, dan komt het anders goed

Marit Fidom

Het is al goed: het is al meer dan goed.

Astrid

Prachtig om te lezen.. alles wat er IS en LEEFT in jou mag er gewoon zijn. Nu, op dit moment.. en nu op dit moment. En ook nu weer..op dit moment. ♥️ Volgens mij kun je er op vertrouwen dat je jezelf van niks anders gaat overtuigen (ipv hopen). Het klinkt alsof die waardevolle les binnen jezelf op een diepe en solide laag hebt verankerd. Dat is LEVEN.

En.. wat schrijf je prachtig!! Ik vind het heerlijk om te lezen. Dank voor het delen van je blog met mij.
Liefs

Nicol

"Het leven gaat niet altijd over rozen, maar paardebloemen zijn ook mooi!!"

Meid ik geniet van je verslagen. Je schrijft het zo mooi en echt dat ik op afstand met je meereis!

Pieter

Trots op jou!

Emma

Liefde voor jou mooie Marit! ♥️
Prachtige reis maak je, fysiek en mentaal.
Super zo een beetje mee te kunnen lezen ?

Linda

Wauw Marit! Wat een bijzonder avontuur.
Ik gun je het allerbeste en lees graag af en toe met je mee.
Groetjes Linda

Karin Geels

Wat mooi en eerlijk deel jij jezelf met ons, heerlijk!
Ik hoor je oefenen met ‘ja zeggen’ tegen alles in elk moment. Wauw respect hoor, want het leven onvoorwaardelijk ervaren is een vrij leven ❤️. Warme groet!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!