Ik ga op reis en ik laat thuis
Op 2 januari lig ik in een bad in een hotel in Eindhoven. Ik vlieg op 3 januari ’s ochtends om 7:45, dus overnacht ik in de buurt van het vliegveld samen met Bob: mijn ex-partner en nog veel meer
dan dat. Het water is knalgeel vanwege een iets te kunstmatig gekleurde bruisbal. Waar je doorgaans met de start van een reis nadenkt over wat je meeneemt, denk ik op dit moment na over wat ik
thuislaat. Zo heb ik mijn huis en daarmee mijn thuis aan mijn ex-man en dochter gegeven. Eerst vond ik dat meer dan beangstigend: ik ben met dit besluit namelijk per 3 januari technisch gezien
dakloos. Maar inmiddels voelt het als de beste beslissing in tijden. Cato krijgt hiermee weer een volwaardig huis: met een eigen kamer, haar eigen ruimte en met weer haar eigen spullen. Dat doet me
zoveel vreugd: ik voel louter dankbaarheid dat ik dit aan haar en haar vader mag geven. Wat laat ik nog meer thuis… Ik laat mijn spullen, ik laat mijn werk, ik laat mijn hond, ik laat mijn naasten,
oh, en ik laat mijn geschiedenis! – ik ga alles even dáár laten, in Nederland. Ik mág alles even daar later. Het enige wat ik meeneem is mijzelf, zodat ik de ruimte kan nemen om mijzelf onder te
dompelen in wie ik eigenlijk altijd al was, maar nooit goed kon zien: Marit.
In een brief die ik voorlees in bad vertel ik Bob dat ook hij thuis gaat blijven. Gelukkig is thuis niet een fysieke plek, maar iets wat je zelf creëert. Met mijn gevoel van thuis zit het nu wel goed: het is inmiddels zo dat overal waar ik ga en sta ik me thuis voel, want ik ben mijn eigen thuis. Afgebrand, hersteld en wederopgebouwd. Maar wederom is het geen fijne boodschap, natuurlijk niet. De inmiddels half doorweekte brief eindigt met de woorden ‘reis ver, drink wijn, lach hard, denk na, duik diep, kom terug.’ Mijn enige (en ik weet: ook zijn) doel voor de komende tijd. Ergens doet het een beetje pijn om afscheid te nemen, tuurlijk. Liefde doet soms een beetje pijn. Maar dat mag, want dan weet je dat het echt is, wist iemand mij ooit te vertellen. Het gevoel van empowerment overstemt vervolgens. Ik kies voor mij, omwille van mij. We hebben een rumoerige tijd met break-ups en make-ups achter de rug en het is nu de hoogste tijd om in verbinding uit elkaar te gaan. Daarom voel ik niets anders dan dankbaarheid op deze laatste dag. Net als waar Lotte mij bij de Boerhaven-kliniek uitzwaaide, zwaait nu Bob mij uit. Wederom iemand met het hart op de juiste plek: beter kan niet. En de toekomst? Ik heb er wel vertrouwen in dat hij en ik elkaar weer gaan vinden.
----------------------------
Het is 3 januari en ik zit in het vliegtuig. Hoera – mijn reis is begonnen! Ik start mijn trip in een piepklein dorpje in het noorden van Spanje, genaamd Herramélluri, bij Neis. Het dorpje ligt op een paar kilometer van de Camino, de beroemde pelgrimsroute Santiago de Compostella. Hier blijf ik twee weken. Neis is een transgendervrouw van 63 jaar oud. Ik heb haar gevonden via de website WorkAway, een platform waar mensen, gezinnen, community’s en/of organisaties projecten kunnen aanbieden waar ze hulp bij zoeken. Toen ik Neis’ profiel las, wist ik meteen dat ik hier wilde starten. Ze zocht namelijk iemand die… Eh… Ja, wat zocht Neis eigenlijk? Ik wist eigenlijk niet zo goed wat ze zocht. Iets met een moestuin, iets met een renovatie van een kas, iets met schilderen, iets met een raket naar de maan (geen grap!), maar ook zocht Neis iets tegen eenzaamheid. Neis zocht iets, dat was duidelijk. Na wat over en weer ge-app was het duidelijk dat ik die ‘iets’ was geworden.
Sinds 24 november staat Neis geregistreerd als vrouw in Spanje. Ze heeft van wat ik begrepen heb geen inner-circle die haar helpt, ondersteunt of überhaupt begrijpt in haar transitie. In het dorp waar ze woont wordt ze neergezet als de ‘fool’, vertelde ze me. Toen ik haar een snel in elkaar geflanst en geïmproviseerd geboortekaartje stuurde met haar nieuwe naam en nieuwe geboortedatum, was ze meer dan dankbaar. Ze zei dat ik degene was die haar uit een donker en diep dal getrokken had en dat ze sinds maanden weer perspectief naar de toekomst ziet. In mijn koffer zitten roze muisjes, zodat we haar leven kunnen gaan vieren samen. Ik weet meer dan zeker dat Neis en ik een fijne tijd tegemoet zullen gaan.
Oh ja, Neis spreekt niet echt goed Engels. Of we dus echt een raket gaan bouwen, blijft voor nu even een raadsel. Ik hoop het vurig, want van alle vervoersmiddelen is dat wel de aller- allercoolste. Ik zal erover schrijven wanneer ik meer weet.
Bien à toi,
Marit
Reacties
Reacties
Trots op jou ??
WAUW Marit, met een smile op mijn gezicht lees ik je bericht ❤️!
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}